Wat is een gezond BMI?

BMI staat voor Body Mass Index. Het is een internationale meetmethode om te kijken of je een gezond gewicht hebt. Dit wordt bepaald door de verhouding tussen je gewicht en je lengte. Je kan de BMI waarde zelf uitrekenen met de daarvoor gemaakte formule of invullen in een BMI calculator van bijvoorbeeld de hartstichting of het voedingscentrum (dan wordt de formule voor jou uitgevoerd).

Hoe berekend zo’n BMI calculator je BMI?

Hoe deze formule precies werkt? Je deelt je gewicht in kilogram door het kwadraat van je lichaamslengte in meters. Als je bijvoorbeeld 1,70 meter lang bent en 65 kilogram weegt, dan is jouw BMI 65 gedeeld door 2,89 (want dat is het kwadraat van je lichaamslengte in meters). Dit is dan een BMI van 22,5. Nadat je je BMI berekend hebt, kan je deze beoordelen.

Wat is een gezonde BMI?

Voor volwassenen – zowel mannen als vrouwen – tussen de 19 en 69 jaar zijn er bepaalde grenswaarden bepaald. Een BMI-waarde lager dan 18,5 betekent ondergewicht. Een waarde tussen de 18,5 en 25 betekent gezond gewicht. Een waarde vanaf 25 en tot 30 betekent overgewicht. En alle waarden boven de 30 betekent ernstig overgewicht, ook wel obesitas. Wanneer er bij een BMI hoger dan 40 of een BMI van 35 bijkomende medische klachten ontstaan – zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten of gewrichtsproblemen, spreken we van morbide obesitas.

Als uit de berekening komt dat je volgens de grenswaarden overgewicht hebt, dan is het advies vaak om af te vallen. Dit zou dan kunnen helpen met de kans op welvaartsziekten verlagen. Bij een gezond gewicht is vaak het advies om op gewicht te blijven, omdat ondergewicht ook nadelige effecten met zich meebrengt. Dus zowel overgewicht of ondergewicht is niet wenselijk.

Is je BMI altijd een goed uitgangspunt?

Toch zegt een gezond BMI nog niet alles. Je hebt namelijk altijd uitzonderingen. Boven de leeftijd van 70 jaar is het vaak wenselijk dat de BMI wat hoger ligt, of in ieder geval niet te laag komt. Want, als je ouder wordt komt ondervoeding wat sneller om te hoek kijken en is het goed wat meer ‘reserves’ te hebben. Ook zijn erg gespierde mensen vaak wat zwaarder en hebben daarmee een relatief hoge BMI (omdat spieren relatief veel gewicht hebben). Dat betekent dat niet per definitie dat ze ongezond zijn. Ook kan je je BMI heel laag houden door maar weinig te eten en misschien relatief veel zoetigheid te combineren. Je hebt dan dus wel een lage BMI, maar krijgt wellicht niet alle juiste voedingsstoffen binnen.

Omdat je dus altijd afwijkingen hebt, is BMI niet de enige graadmeter voor je gezondheid (qua gewicht). Een andere methode om dit te checken is het meten van je buikomvang. Veel vet rondom de buik heeft namelijk veel gezondheidsnadelen en die wil je in alle gevallen voorkomen. Dit vet zit namelijk om de organen heen en kan daardoor voor allerlei complicaties zorgen, zoals hart- en vaatziekten.

De buikomtrek meten

De buikomtrek kan je zelf gemakkelijk meten. Pak een flexibel meetlint en ga rechtop staan. Plaats het meetlint op je blote huid en meet op een uitademing de omtrek die ongeveer tussen de onderste rib en de bovenste bekken zit.

Deze lichaamsomtrek is – in tegenstelling tot de BMI – voor vrouwen en mannen tussen de 19 en 69 en verschillend. Dit komt omdat de bouw van mannen en vrouwen verschilt. Voor mannen geldt dat een gezonde lichaamsomtrek eentje van minder dan 94 centimeter is. Een verhoogde lichaamsomtrek is tussen de 94 en 102 centimeter en te hoog is boven de 102 centimeter. Voor vrouwen is minder dan 80 centimeter gezond, tussen de 80 en 88 centimeter verhoogd en meer dan 88 centimeter te hoog.

Heb je twijfels over je gezondheid – in relatie tot je BMI en/of lichaamsomtrek? Neem dan contact op met je huisarts. Dan kan hij of zij je helpen met nieuwe metingen en op basis daarvan gezondheidsadvies geven.