Verwarm in een pan het water met de suiker, de boter en het zout. Breng het aan de kook en blijf roeren totdat de suiker helemaal is opgelost.
Haal de pan van het vuur en roer de bloem erdoor. Het deeg moet uiteindelijk stevig worden.
Laat het deeg nu even wat afkoelen en doet het daarna in een spuitzak.
Giet de olie in een vuurvaste pan en laat het heet worden. Je kunt controleren of het heet genoeg is door een kleine stukje deeg in de olie te gooien. Deze komt dan omhoog en er verschijnen bubbeltjes om het stukje deeg heen.
Maak reepjes van ongeveer 8 cm. Leeg deze per vier of vijf voorzichtig in de pan. Laat ze zo’n 4 minuten frituren totdat ze goudbruin zijn.
Laat ze vervolgens uitlekken op een stuk keukenpapier.
Strooi de suiker erover als ze allemaal klaar zijn.